Korte historische samenvatting

FCI-Standaard Nr.: 228 d.d. 04-11-2008
Land van afkomst: Afghanistan
Patronaat: Groot Brittannië

Datum Publicatie oorspronkelijk van kracht zijnde standaard: 09.11.2004
(dit is een redactiefout van de FCI want die vorige datum moet zijn 03.06.1998 - opmerking auteur).

Gebruik: Windhond

Groep 10, Windhonden
Sectie 1, Langharige of bevederde Windhonden
Zonder werkproef

De eerste Afghaanse Windhonden arriveerden in Engeland in de vroege jaren na 1900 en één, genaamd Zardin, won op spectaculaire wijze de Crystal Palace Show te Londen in 1907. Het ras staat ook bekend als Tazi, hierdoor de gelijkenis ondersteunend met een Russisch ras van die naam. Als één der typische windhonden op deze wereld is de Afghaan, die -zoals de naam impliceert- afkomstig is uit de bergen van Afghanistan, een jachthond die wil jagen wanneer hem de gelegenheid wordt gegeven. Heden ten dage ook een glamoureuze showhond die kracht en waardigheid moet combineren met een lange, zijdeachtige vacht maar tevens een oriëntaalse expressie moet tonen.

Algemene verschijning:

Geeft de indruk van kracht en waardigheid in combinatie met snelheid en macht. Hoofd trots gedragen.

Gedrag/temperament:

Oosterse of oriëntaalse uitdrukking is kenmerkend voor het ras. De Afghaan kijkt naar en door iemand heen.
Waardig en gereserveerd met een zekere vurige onstuimigheid.

Hoofd

Schedelgedeelte
Schedel: Lang, niet te smal met duidelijke achterhoofdknobbel. Goed van verhoudingen en bedekt met een lange kuif.
Stop: Gering.

Aangezichtsgedeelte
Neus: Bij voorkeur zwart, leverkleur geoorloofd bij lichtkleurige honden.
Snuit: Lang, met geduchte kaken.
Kaken/Tanden: Sterke kaken met een uitmuntend, regelmatig en compleet schaargebit waarbij de bovenste snijtanden de onderste snijtanden nauw overlappen en haaks op de kaken zijn geplaatst. Tanggebit toegestaan.
Ogen: Bij voorkeur donker maar goudkleur niet uitgesloten. Bijna driehoekig, enigszins schuin oplopend van de binnenste naar de buitenste ooghoek.
Oren: Laag en goed naar achteren aangezet, dicht tegen het hoofd gedragen. Bedekt met lang, zijdeachtig haar.
Hals: Lang, krachtig en met trots gedragen hoofd.

Lichaam

Rug: Horizontaal, matig lang, goed bespierd.
Lendenen: Recht, breed en tamelijk kort.
Kroep: Licht aflopend naar de staart. Heupbeenderen tamelijk duidelijk en breed uiteen.
Borst: Een behoorlijke ribwelving en goede diepte.

Staart

Niet te kort. Laag aangezet met ring aan het eind. In actie hoog gedragen. Spaarzaam bevederd.

Ledematen

Voorhand: Voorbenen recht en met stevige botten, van voren af gezien in één lijn met de schouders.
Schouders: Lang en schuin, goed naar achteren geplaatst, goed bespierd en krachtig zonder beladen te zijn.
Opperarm: Lang en schuin
Ellebogen: Van de zijkant af gezien verticaal onder de schoft. Dicht tegen de borstkas, noch naar binnen, noch naar buiten draaiend.
Middenvoeten: Lang en veerkrachtig.

Achterhand: Krachtig. Grote lengte tussen heup en hak met betrekkelijk korte afstand tussen hak en voet.
Knieën: Goed gehoekt en goed geplaatst.

Hubertusklauwen: Mogen worden verwijderd.

Voeten

Voorvoeten sterk en zeer groot zowel in lengte als in breedte en bedekt met lang, dicht haar; tenen gebogen. Voetkussens goed op de grond geplaatst. Achtervoeten lang maar niet zo breed als de voorvoeten en bedekt met lang, dicht haar.

Gangwerk/beweging

Vloeiend en veerkrachtig met veel allure.

Vacht

Haar: Lang en erg fijn van structuur op de ribben, voor- en achterhand en flanken. Bij volwassen honden van de schouder af naar achteren en over het zadel, kort en dicht haar. Lang haar van het voorhoofd af naar achteren met een kenmerkende zijdeachtige kuif. Op de snuit kort haar. Oren en benen goed behaard. Middenvoeten mogen kaal zijn. Vacht moet op natuurlijke wijze zijn ontwikkeld. Elke aantoonbaarheid van knippen of scheren moet worden bestraft.
Kleur: Alle kleuren toegestaan.

Maat

Ideale hoogte:
reuen 68-74 cm (27-29 inches)
teven 63-69 cm (25-27 inches).

Fouten

Elke afwijking van de voorgenoemde punten moet worden beschouwd als een fout en de ernst waarmee de fout moet worden beoordeeld moet in juiste verhouding staan tot de mate ervan en het effect op de gezondheid en het welzijn van de hond.

Elke hond die lichamelijke- of gedragsafwijkingen toont, moet worden gediskwalificeerd.

N.B.

Reuen moeten twee duidelijk normale en geheel in het scrotum afgedaalde testikels hebben.

Originele bron

Deze website maakt gebruik van cookies om je de beste ervaring te bieden. Verdere informatie is te vinden in de privacyverklaring en onder cookies.